In bijna elk biologisch proces spelen eiwitten een rol. Er zijn zeven soorten eiwitten: antilichamen, contractiele eiwitten, enzymen, hormonale eiwitten, structurele eiwitten, opslageiwitten en transporteiwitten. Enkele van de voornaamste functies van eiwitten in het menselijk lichaam zijn:
- Opbouwen, sterker maken en repareren/vervangen van dingen zoals weefsel. Voorbeelden zijn spierweefsel, keratine (maakt het haar sterker), collageen en elastine (beiden ondersteunen het bindweefsel)
- Antilichamen maken voor ons immuunsysteem
- Hormonen maken die helpen om boodschappen te sturen en lichaamsactiviteit coördineren
- Spiercontracties – actine en myosine, twee eiwit soorten zijn betrokken bij spier contractie en beweging
- Maken van enzymen. Een enzym is een eiwit dat als katalysator fungeert bij een bepaalde chemische reactie in of buiten een cel
- Dingen vervoeren – hemoglobine, een eiwit, transporteert zuurstof door het bloed
- Dingen opslaan – ferritine is een eiwit dat ijzer in de lever opslaat
- Regelen van veel belangrijke processen in het lichaam m.b.t. de stofwisseling
- Zorgen voor een goede pH- en vochtbalans.